________I______________
dun laagje rubber op het asfalt
het eeuwig wrijvend contact
schuurt de huid bij glijden
vangt het leven af voor dalen
schept een veilige afstand
geschikt communicatiemiddel
als tussenkomst zeg zekerheden
valpartijen vrijen nu eenmaal
bij het opstaan tegen 't geweten
________II____________
ik was die cel nog net geen vrucht
op het omslagpunt verdreven
dat kind dat ongelukje wijs
niet deelneemt aan bestaan
die man of vrouw die niet bestaat
ook niet doodgaat aan een kwaal
of uit mezelf nog eens paar
omdat god behoede me ik niet besta
daarom ook geen taal beheers
noch spreken kan verworpen
voor ik kwam het ongeschapene
het gedeeld genot in een kapotje
dit is stil gezet; ik was wat uitgesproken.
13.1.10
ossuarium
te hoog uit het dak gestegen
schedel aan schedel rusten
de hologigen hongerig
met loszittende kaaksegmenten
klappertanden zich verklampend
aan het overliggend ijskoud aangezicht
onberoerd en onbewogen leegogen
kassen in de krassen van hun geest
mensenlijken ooit geweest
spelen kandelaar gelijk of Sedlec Ossuarium
knekelveld van teveel overleden talenten
die stomververveeld en stomverbaasd
de passie lezen onomwonden
van hun oorlogswonden
in niet meer te genezen gedichten
schedel aan schedel rusten
de hologigen hongerig
met loszittende kaaksegmenten
klappertanden zich verklampend
aan het overliggend ijskoud aangezicht
onberoerd en onbewogen leegogen
kassen in de krassen van hun geest
mensenlijken ooit geweest
spelen kandelaar gelijk of Sedlec Ossuarium
knekelveld van teveel overleden talenten
die stomververveeld en stomverbaasd
de passie lezen onomwonden
van hun oorlogswonden
in niet meer te genezen gedichten
zeer bevrijdt uit het totaal verzwichte knekelhuis
der gehoorgestoorde verdicht desolate woordberoerde misselikkers.
De bel weer horen klinken die nooit een klepel had,
klinkt mij thans als muziek in de oren
Het niets ontziend doordringen
't ijzingwekkend schoonzien
zilverglanzend bel
bevroren glaslichaam
galmt klam besloten
voor 't doven
bewegingloos uit ademnood
verwacht geen spijtbetoon
van een bevrijdend woord
daarin in woont tot dooi
lucht ongrijpbaar verdicht
dat in vlees doordrongen
leven geeft aan zwak licht
aanwakkerend schoon inziet
oog bewogen knipperend verblind
klampt ijs gehakt een wak water wat
ontsnapt de opgeslotene ademen laat
__________
Abonneren op:
Posts (Atom)