't ijzingwekkend schoonzien
zilverglanzend bel
bevroren glaslichaam
galmt klam besloten
voor 't doven
bewegingloos uit ademnood
verwacht geen spijtbetoon
van een bevrijdend woord
daarin in woont tot dooi
lucht ongrijpbaar verdicht
dat in vlees doordrongen
leven geeft aan zwak licht
aanwakkerend schoon inziet
oog bewogen knipperend verblind
klampt ijs gehakt een wak water wat
ontsnapt de opgeslotene ademen laat
__________