dit is stil gezet; ik was wat uitgesproken.

4.1.10

ik geloof wel in gesneden koek

Hap klare brokken en gesneden koek
liefst voor gekauwd opgedist
en voorgeschoteld ik geloof
wel in gesneden koek dat mij toekomt aan komt vliegen in de schoot geworpen voorspelt gespeld en bedacht om voor mij te denken ja ik geloof in god mag weten wie ik heb bedacht om mij te dienen voor mijn gemak het mag hij mag zelfs kinderen verwekken ter eer en glorie van mijn zijn de ik die ik die zoveel meer alleen maar meer wil zonder minderen niet meer minderen maar minder meer omwille van het geloof mijn geloof het geloof in dingen opgeschoteld voorgekauwd gesneden koek kant en klare brokken waarin ik mijn prototype het zelfbeeld mijn spiegelbeeld mijn evenbeeld het toekomstbeeld dat in mij voor mij door mij leeft voortleeft tot in eeuwig leven ik die koek heet brok lijk en uitgekauwd me zelf ja me zelfs verveel wat in mij rest aan twijfel waarin ikzelf slechts verkeer tendele.