dit is stil gezet; ik was wat uitgesproken.

1.3.06

Contrastvloeistoffen



ze hangt

aan zijden draden om mijn wereld heen
verweven tussen weten en voelen gesponnen
beweert zij zwijgend een levenslang verlangen
als huid zo strak gespannen
zijn

de vangst
in hoop en angst een verleden gelijk
uitgebouwd tot lichaam om haar heen
het ligt in vlees gebed haar wel te zijn
het behagen in de
taal

uitgedrukt
de resten as dit smeulend rookgordijn
van omhullend kleuren grijs getint glas
kringsporen van d’r zinnen spellen
behoedzaam woorden
overwegend

als liefde
gelijk een héél klein liedje van vier woordjes
kan haar leven met alles delen dat zij bezit
gewoon heb je lief een schat zonder omhaal
bewaren daarvoor niet er voor of na
minnend

aanverwant
treft het samen gesmolten één geheel
van lijf en leden voortschrijdend weten
gemeten met haar maten en weer vergeten
last tijden gewassen haar gesponnen
aandeel