dit is stil gezet; ik was wat uitgesproken.

1.11.08

Uitgehouwen*




tikje bij beetje ontstond het beeld
dat ik mezelf geef met uithakken
de kiezel, het ruwgeletterde dat leeft
schreeuwt als een kloppende beitel

nu het bevreest doorhamerende handen
uit zijn weerbarstigheid heen als vorm-
beginsel naar adem staat te snakken

nu de spekgladde huid zichzelf uitleest
rust het vlak in teveel bewezen diensten
van zware vierkwartsmaten waarmee ik zo
lieflijk speelde is slecht tentoon gespreid

dit is de kunst van beeldhouwen
dat nu eenmaal geeft met kameraden
van plezier zichzelf op verlieten
op verkeerde leest geschoeid, hun vak

verstomden maar verstonden als mannen
broeders hard van het geloof gevallen
tot een gebeiteld naargeestig tegendeel
levende legende de zerk die al prekend
weet de kunst van uithouwen is geweest

ik met hen en wij
wisten iedere dag
opnieuw een begin
als zoektocht
naar het einde
___________
*Pachelbel Canon in D major