Knopen gehakt in hout
spaanders in het rond
maar nergens vuur
een aanrecht overvol
van vuile vaat dient
nergens toe waar lust
ontgaat de boekenkast
de zin daarin stapelt
meters dik de lezerszin
met het hoofdkussen
gevuld van watten zacht
vraagtekenend voor
geschreven was het onder-
goed dat wasgoed was
het huis op z'n kop nu
gemoedrust zich verstopt
treedt slapeloos gebaren-
taal stomverbaasd het verhaal
dit is stil gezet; ik was wat uitgesproken.
18.12.09
Abonneren op:
Posts (Atom)