dit is stil gezet; ik was wat uitgesproken.

1.11.09

Het nodeloos

Soms kroop hij in mijn huid
ging naast mij zitten
dacht als ik begripsbepalend
hield wijselijk zijn mond
vergewissen bood een uitkomst
maar geen uitzicht op meer
anderen die hem vergezelden
zij die daar een gat in zagen
zijn de hemel in gedragen
terwijl hij mij in de gaten hield

Reiziger

teken voor mij een ander vanaf een punt indachtig
nadert hij steeds vaker het vertrek waaruit omarmt
niemand stilstaat bij het einde dat dichter bij raakt

uitgeteld bewaarheid nog een lichaam dat zwicht
voor talloze voortvluchtigen die er een begin inzien