dit is stil gezet; ik was wat uitgesproken.

5.5.08

De toestand van het gemoed.*

Pilletjes daartegen ten over staan
bij't verslikken voor't slapen gaan
zij't dat ze alles uit de liefde vreet
wat voor de rapen gaar versleet

onrust roept haar de verwachting
werkend op de ruggengraat verving
ze pijn voor lichamelijke klachten
gestrekt en gesterkt in die gedachten

voorkomt zij tegen het reiken aan
de vent die naderend haar te na
leert verstaan hoe kloppend hartzeer

zich versmacht met het hard van leer
op te trekken tegen lage druk en ga(!)
te buiten aan vaker 'uitventen' gaan.

* Hendrix, maakte 't waar gebeurd.