dit is stil gezet; ik was wat uitgesproken.

11.3.08

weerspiegeling

dit vers wordt opgedragen
aan de herinnering

die in mij voort leeft
vervult nog van een kinderwens
ontstolen aan mijn droom

waar ik haar mee samen
vatte als een netgeboren
lentedag in mei

ontvankelijk pril leven
gewoon uit de moederschoot
geworpen wonderkind

dat nog aangrijpend huilt
om uren te laten vol groeien
in haar aanwezig zijn

en vader in een oogopslag
de eigenschap blijkt te zijn