dit is stil gezet; ik was wat uitgesproken.

23.9.09

Haagje brandnetel

Een haagje brandnetel met daar
achter enig opgaand gerief. Daar
herrijst het paradijs in wilde appels
en peren. Rood uitgebeten
kardinaalsmutsen waarin de blaadjes strijden

met de bloemen,
wie het meeste om bloed geeft zal bekoren.
Toch lang niet gek om in veertig jaar zoiets te kweken.
God heeft het allemaal wel goed voor mekaar.

Vreemd genoeg wat essen
zeer strak in het gelid gezet.
De beuken achter je voor
schut als rugdekking,
bedenkelijk recht.

Maar voor jouw, één es, met in de bast een N gekerfd,
die met wat fantasie wel weer W wordt.

Waarom had je een pootje uitgestoken?
Is dat door de kevers? Die je storen
in plaats van vlooien?

Je speelweide ligt ongerept,
om zonder uitkijken met stokjes te spelen.
Ik zou willen dat je daar zin in had.

Mooi uitzicht ook. Mits je je nek
wilt uitsteken voor mijn vertrek.
De essen, rond, zijn veel mooier
ongeknipt. Ik floot nog even,
je gaf geen kik.

Er staan wat berenklauwen uitgestoken,
de geur is helend uitstekend heerlijk.
Al zijn ze hinderlijk vervelend
een schoonheid in zichzelf.

Ik laat je voor nu weer ongemoeid,
al neem ik aan dat je hierin meegaat.

Een hapscracker

Wat je omgerekend was,
interesseert me geen snars.
Zo'n optelsommetje heeft geen pas.

Hoe of je het vond
wat we nooit zochten of;
het konijntje dat je opwond
om mee te spelen, telt.

Zoals de weg zoek zonder ooit kwijt te raken waar ik stond.
Op de fiets, te traag, ondervond dat de leiband die we schepte
tot sleepketting verwerd.

Vertaalde we later snelheid
tot bijhouden van spelregel,
wat vrijwel onmogelijk stand hield,
want dat gelooft geen mens.

Leven eens uit

Dromend bij stromend water
starend naar het verschrompeld
noodlot van de pijnboom bloed
dat de lichaamsholte uitwoont
het gezwel welt waardig rond
beschonken staat een kleine dood
te huilen bij het onverlaat
dat gaten in de grond
tot hemelpoort aanspoort
om naadloos aan te sluiten
bijt de wanhoop die daar ontspruit

het lijkvocht dat een nieuwe weg baant
laat oogluikend toe
dat de traan het bloed verdunt

Iets uit de hand

laten lopen is genoeg
om de mondvol te hebben

al dienen tanden daartoe
met blijven steken
waar iedereen
met stomme verbazing
op uitziet

ja een bittere pil of wat
wie zit daar nog mee.