zie hier de kastanjebomen aangevreten tot de bast
hun knuisten als staken hoog verheven takken
in een geheel als spierballen gestrekte delen
van een massief gewelf dat deze dodenakker
omgeeft waar zoveel blad valt en kunt lezen
dat de wind de vergankelijkheid uitvreet
met niets dan zacht zoet water alles oplost
dat voor eeuwig verborgen blijft bestaan
terwijl hun stammen stram de tijd weerstaan
die god mag weten hun de houtgeest ontneemt
dit is stil gezet; ik was wat uitgesproken.
19.12.08
Abonneren op:
Posts (Atom)