dit is stil gezet; ik was wat uitgesproken.

4.11.09

Enig in zijn soort


De zwarte kraaloog valt me op. Eenzijdig
op mij gericht, omvat het dit hele
wereldbeeld. In een handomdraai

m'n werk verricht. Verweet ik mijn kortzichtige
blik, zo toegespitst op deze aarde. Waaronder
ik, mezelf ook herken, bedolven onder vele

vragen. Die resten als fragmenten over deze
plek, zijn mij gebleken eindigheden.

Een lot beschikt dat zo onomkeerbaar
begraven wordt. Na levenslang aan mij
verknocht. Verwant, in zacht gezang

van wind en regen, mijn afscheid bleek
van dit bestaan. Verscholen vervloog
gelijk de winterkoning uit het oog

verloren.