________I______________
dun laagje rubber op het asfalt
het eeuwig wrijvend contact
schuurt de huid bij glijden
vangt het leven af voor dalen
schept een veilige afstand
geschikt communicatiemiddel
als tussenkomst zeg zekerheden
valpartijen vrijen nu eenmaal
bij het opstaan tegen 't geweten
________II____________
ik was die cel nog net geen vrucht
op het omslagpunt verdreven
dat kind dat ongelukje wijs
niet deelneemt aan bestaan
die man of vrouw die niet bestaat
ook niet doodgaat aan een kwaal
of uit mezelf nog eens paar
omdat god behoede me ik niet besta
daarom ook geen taal beheers
noch spreken kan verworpen
voor ik kwam het ongeschapene
het gedeeld genot in een kapotje
dit is stil gezet; ik was wat uitgesproken.