dit is stil gezet; ik was wat uitgesproken.

5.1.10

Aan het zoet water bekken

Ik ben hier aan de geheel witte dijk verknocht
Water aan de voet waar zwart geborgen


ligt het zware steen dat stevigheid biedt
aan dit vergezicht van het ondergelopen hart

geen wind te vinden een bleke zon speelt
vaag vermoeden hoe het is om verdronken

te beginnen aan de kruin beklimmen
waarover alles zich aandient
wat god de wereld naliet.