dit is stil gezet; ik was wat uitgesproken.

29.11.09

Het levenslied der schrijnende dingen

1 voor 1


1 voor 1 zijn ze vertrokken uit het ouderlijk huis
om nooit meer terug te komen naar de leest

de schoenmaker verzoolde als eerste zijn huid
later opgevolgd door zijn kinderschare ongewild

de helft daar gelaten zonder heengaan en
vermenigvuldigen bleven langer ongedeerd

met eeuwig smeulend op het vage vuur
deze kantenlikkers die de randjes erbij afliepen

-

was het de pek die de teerling had geworpen
of de spijker geslagen op zijn bolle kop

om tot op het kleinste uur te duur betaald
van al die voeten in aarde de tol betaalden

-

allen woonden recht tegenover halfweg
het stak zo halverwege de burcht

waar zwanen zwommen toen iemand
de suikerbieten curieus fermenteerde

voor eigen gewin de afdronk had
met rondzingen zoals de els priemde

-

hoe het allemaal is verlopen na de werkmeester
de maat genomen had of de schoenlapper
het werk -gaf- de rektang geen enkele hoop

en is met de kromme schaar ze een voor een
door het lint geknipt dat ze aan dit lijntje hield,


Met enige kopzorg 3 in 1

met de hemel is het goed afgelopen
stond naar geloven wagenwijd open
van horen zeggen met enig gekanker
brak door het grijze wolkendek
het licht dat lijden verlicht
het boze laat voor wat het is
uitgedreven of wat overdreven

bleek thuiszorg een uitkomst
van de rekensom die soms
wat mager uitviel na de chemo
een kuurtje in de luren o o

om nog een half uurtje verlengen
om op de tijdbom te kunnen leven
zo te zien baarde dit kopzorgen

of heet van de naald verdriet
weken de darmen dol op geweld
los uit het hedendaags verteren
om leven af te leren viel wat
te fiëren fout gespeld

een franse slag van een piepklein feestje
de vernedering ophopende gebedsgenezing
wie zich kon verkopen met verkroppen
kon wel stoppen met geloven op een afloop.

_______
ja ja koppen moeten nu één voor éénmaal rollen.


op z'n kop (2 in één)

De man met afwijkende haargrens nam zijn petje voor hem af
vertrok wenkbrauwen tot een denkrimpel voor de ruimte
die hij ongeneeslijk in zich opnam als een schilferig vraagteken

boven zijn ogen leed geen twijfel
met dit onklaar gegeven
antwoord één hoog naar beneden
van verhuizen uit zijn tijd
op de in beton uitgesleten treden
geen weg terug uit lager verleden

hield angstvallig zijn roestige schroefpotjes gesloten dekseltjes
op z'n kop aan schappen vol met sleutelend vermoeden

zoveel gedoehetzelf
uitgemaakte bijsmaken
met de kinderkamerverf
herinneringen inkleuren
het verleden ruikt je tegen
uit gestriemde blikken
die daaraan verkleefde

stroefheid vertaald in krampachtige pennenstreken
tekenden zijn eindbestemming in dit bijna uitgewoond
bewegen vanuit iedere ooghoek bekeken leeg vertrek

kraakpand van vloerdelen
waarop het ouderlijk bed
tegensprak met hoeveel
uitgeleefde liefde hij
verweerde tot verwekken
telkens een bevalling tegenhield
met overuren maken

hoor de onrust indachtig kreunen vanuit dit voortkomen
uitgegroeide kinderknuisten van de jeugd strompelden benepen

langs de plooien van gelaten vlekken op de witte behangplekken

foto's verschenen van achter stoflijsten
uit geleegde - geloogde wandkasten
vielen op grond van de juiste plek weg
uit zijn oogappel in een nieuw vertrek
_

26.11.09


Het stille einder nadert
aan weerzijde staat
het leven geknot vol gaten
me aan te gapen
mijlen verder verwijderd
van de oorsprong
waarin ik me bevind

ligt uitzichtloos geborgen
hetgeen geen naam mag dragen
getooid in flarden vergetelheid

Twee gedichten


Oogstrelen weerzijde
Iedere regel leven
Zinnen talen om elkaar
Coupletten zonder op te letten
Opgemaakte liefdesnesten

Woorden fluisteren accoorden
Rijmen kloppend in verweven
Omstrengelende armen en benen
Zonder weten voelend bloemlezen

In elkanders schoot verholen
Dronken van weelde in dit metrum
Zijn zij lijvelijk op vingertoppen
De huid vol aan het schrijven

Levende bewijs van kloppend hart
Dat de versvoeten samen oplopen
Naar een aansprekelijke volta
Zonder weerga één oog in oogcontact

25.11.09

Het monochrome


in de tijd verkleurd het bij 't leven
oogwenken rustend tot in eeuwigheid
albumsgewijs versterkers voor de geest
bladeren krakend door het heden
vallen als muntstukjes op vuil kleed
van de bedelende trekharmonicaspeler
die de toonzet met het vals spelen
van de vage beelden in het krat
een winkelwagentje vol vragen
statiegeld van te duur betaalde
versnaperingen uitgeschonken
tot stomdronken herinneringen
die al eerder in de geest aanvingen
zo oud ben ik nog nooit geweest
in terugtrekkend vergelende huid
maak de foto daarop gelijkend
scheur het uit en prop het samen
tot een gebalde vuist tegen het deuntje
dat de straatmuzikant nu fluit
een goed geworpen fooitje
op een mooi geplooide huid

de rede

De man die geen woord meer uit kan brengen
stal ze troostrijk van mijn lippen
zijn mond halfopen hol
van binnen duisternis
begroef mijn oog daarin
nietszeggendheid kreeg
diepere betekenis in die zin

onuitsprekelijk
heb ik zijn taal mij aangewend
waarin hij bedolven werd

uit de werkelijkheid ontvreemd
heel aangegrepen verstomden

wij twee hij die mij
ooit had verwekt
ik die hem
nooit heb gekend

wie was die man
die voor mij lag
die uit mijn leven trad
zonder zeker weten ontstal

al hielden wij ook vast van elkaar
zonder het ooit vast te kunnen houden.

24.11.09

Voor jou neergezet

Ik heb je in een versje
voor mij neergezet
licht speelt met mijn gedachten
tinten door het bladerdek
van kleur verschoten
verschiet het maar
het groene lover
een veilig onderkomen
voor het oog
waarboven fel je bloemhoofd
spelend in dit spel van het boeket
dat ik kalm uit zit te lezen
geen idee hoe je 't uit zal bloeien
met water geven uit de hand
stromend langs de stelen
halszaak van overlopen
vormt de vaas een bontgenoot
helder doorschijnend beeld
van op de tafel voor mij alleen
hier staan terwijl ik rustig
nu even gedichtjes voor je schrijf

22.11.09

Regenwoud en oceanen

Telkens wanneer ik met uitputting
kijk naar adembenemend leeghalen
zie ik in toenemende mate overschot
aanschouw daarmee het groot verdwijnen
voel me met te velen daarin uitschot
tastbaar ook de eenzaamheid van één
hoorbaar de laatst overlevende
merkbaar uitstervend voorschot
zichtbaar tegennatuurlijk de enige
uitkijkend op golvend landschap
Beekje weiland bosschages en gevogel
wat gemis aan mooie dingen die gebeuren
------
de mens welk hoog bevlogen boven zichzelf uitsteeg.

21.11.09

Een huisjesslak buitenspel

Buiten joelen de mannelijke supporters
om de bal

het spel
een schot

elkaar

binnen overheerst de leegte
twee handen een schoot
bevingeren uit onvrede

gelijk spel

hoe is het mogelijk

Daar hoog bevlogen wuivend op een duinpan waar zij in zit nakend vol gelukzaligheid met duinriet tussen haar liezen het kietelt aan weerzijde van beide dijen krullen de welvingen van het landschap om haar heen horend hoe de duinpiepers bezingen dat de zeebries moeite neemt om zachtjes te verstuiven in dit zandlichaam bedolven door een windvlaag opgenomen levenslied

19.11.09

zo uitgeteld was ik nog zelden

Het hart op de tong
spraakzaam doorgrond

nog wat bijgekomen
van de techniek
valt in dit contrastrijk
niet veel te verzieken

dagteller op nul gesteld
keerzijde van overleven
status apart gezet
zat er mee genoeg
om te vergeven

Hand op de borst

Zo met een roos
op de borst
gekruiste handen erover afgevoerd....het leven in
een ijzersterk gestel rijker gezonder kun je haast niet
uit de dood worden ontslagen

18.11.09

Steeds vaker tot de verbeelding spreken

Het kleurrijk geweten sluit
de armen om de slapen
die het hoofd
omvat geen slecht weer
zo het al vragen regent
tegen de glazen gevel
waar transparant wordt afgegeven
hoe helder het manco zich verkoopt

alles klaargestoomt en onder bloeddruk
komen de hartslagen de temperatuur tegemoet
met ademhalen is alles goed

Ten tafele gedragen

Zinsnede diep een wond aangelegd
daarom heen levensreddend handelen verricht
met woord voor woord te peuteren komt alles wat taalde aan het licht
het kroop dan ook waar het niet gaan kon men stond verstomd

te kijk gezet te leuteren "hier
deugt het niet er dient een oogje
in het zeil meer uitzicht
te bieden aan het gewag" en men
maakte er een potje van met kokkerteren hoe een schone zaak te maken van dit bloedbeeld

dat er zelf niets om geeft te weten weer gestikt tot wondes toe gedicht

17.11.09

schoonheid weergegeven

De mooiste foto's liggen nog op de loer
om licht bewogen beelden op te vangen
een harem voor een opknapbeurt
een vrouwelijke chirurgijn die zeurt
een man die met zijn hand zich aan zichzelf slaat
een kind dat door de voorbehoedsmiddelen heen
geboren wordt het leven dat kansloos wordt
gesmoord dit omdat het rijmt op moord

ik word vandaag verstoord en op de schop genomen
dat was gister al bekend maar vandaag is snel
ik zocht een dag wel uit
om in te leven
eentje om bij te houden
dat geen loopje met me neemt
en om het hoofd bij koel te houden
zo'n dag waarop vermag het hart te kloppen
onder lappen een dag bedekt met wetenschappen
waarin ik mezelf weer mag

Hol vat - je

Ik wou dat ik een hol vat was
om lekker door te stromen
gewoon zondermeer die rare dromen
om stil te blijven staan
bij druk uitoefenen
dat mij tegen de borst stuit
een opgeruimd gevoel van binnen dat niets zich ophoopt
vals maar hoop dat alles klopt
om me te bezinnen op de loop
der dingen waaronder leven valt

Zo zorgzaam zijn

de mismaakte es grote terts
stond in mineur verloren
er bij te klinken
de wind met majore kracht
laat mij toch doordringen
daartoe heb ik haar geknot
om in alle toonaarden
door te zingen
een volle laag geluid

Een wonderbaarlijke genezing

Een openbaring om te weten
hoe godshand geneest in razend vlees
vegissenis smeekt
terwijl een levenlang werd gebeden
rukt een enkel woord
de ingewikkelde darmen
uit zijn verband

de spijsvertering lag zwaar
op de maag tijdens het laatste maal
opgebroken te verstaan

gehoor als een gedachte
die trouw aan de voeten lag
redeloos maar werd heengezonden
een hond bleek

die liefdevol is afgewezen
afdroop zonder enig besef
van reden hier
is over nagedacht

te vrezen hoe eindig
toch ontbinden overal
ongeneeslijk doordringt
doorklinkt in de vezels

Ontsnapt*

*eens als de bazuinen klinken
Ik had een plek voor ogen
waaruit ik ben voortgekomen
nog wat ontdaan sprak hij me aan
de schaamte voorbij gegaan
is dit tijdstip aangebroken
nadat woorden te vuil gemaakt waren
bezoedelt lag op mijn lippen bevroren
naast een wonderbaarlijke glimlach

ik ben voort gegaan op afgeslagen wegen
zij is me altijd voor ogen gebleven
zoals je met pijnlijk genoegen
een hulpbehoevende moeder weet
een verre vriend een vreemd verleden

15.11.09

Nachtelijk uitgaan

Doven is dempen van geluid
tot verstommen zwijgplicht

langzaam aan
alles uit


ontwaken als de nacht
licht begint te slapen

de overgang waarin donker
weer te zien valt wolken
opklarend vergezicht

een rankende dag het lot
dat aan één zonnevank zit

13.11.09

onvervalst

met pen en papier in aanslag
het willen begaan
een laatste woord

veeg teken overspannen
haal verkeert geschreven
overspeld en afgekeken
tot tot stikkens toe gedicht

plooien gladgestreken
onkreukbaar weer
een fijn gezicht

versneden

woensdag gehaktdag
tijd voor het hartinfarct
de arts is slager die vermag
voor de laatste slag
spelenderwijs met titaan

Tamme kastanje

Geheel verwilderd stond zij daar
in wijde straal haar stekelnoot
te klagen over de scheve stand

uitgewaaide kroon meer stammend doorwoekerend woeste tenen

ik besloot na't oogsten van haar noot
die groter was dan ooit getoond
haar aan te snoeren in verband

door zeer aangelijnd en afgezet
haar te lijf tegaan met scharen

ze voelde zich zo jarenlang beknot
ging daar nog langzamer aan kapot

afsterven met spijt doel op zich
wijkplaats voor't eerste gezicht

ze was een en al vergankelijkheid
om zo nieuw pootgoed te bekomen
werd ze afgelegd met vele loten

waaruit de eerste geboorne
uit haar schoot een noot zo bleek

alle enten uitgeweken herplantte
ik deze kiem uit haar schoot en
liefdesleven dat zij ooit genoot

met haar klonen ook herpoot
leidt zij tot slot veelvuldig
vruchtbaar leven na haar dood

12.11.09

Uit de klei

Met wat geluk en tegenlicht
vangt het beton de bal
door de zelf bedachte hand
Posted by Picasa

11.11.09

Hollands welvaren

We spreken anno jaren verleden
slaan de oude schoolplaat op
leren weer opnieuw het lezen
herschapen en ander bontvee
wijst pijlkruid op nieuw leven

sfeerbeeld voor de gevoelige plaat
riet buigt wuivend langs de kade
het overnatuurlijk welkomstlied

reigers spelenvaren zilver wit
of blauw grijs kleurenblind ik
ben roerdomp zoek met fluisteren
schietwilgen mijn verzoeken in
blikgevangen a(ange)rend' supermus

alles kalm bezongen onder de indruk
door het copieuze wat bedwongen
mag ongedwongen weids ruisen op
de achtergrond wat paal en perk
he©krund met komisch koñi©kpaard

eland heb ik aan het verstand
hoe natuurlijk Nederland beklad
met dit gewij kan steken uit zonderling
verband in een hoofdstructuur
vol kopzorgen en zwijnerij teluur
gelegd in rood wild aangelopen vergezicht

-----
Opengesteld, onder voorbehoud;
O, Verwilderd Plassen
Gebied!

(Wat vreten ze daar toch allemaal uit)

10.11.09

ingedikt

Hoe zou het zijn;
met lekke stembanden te leven
botter zijn dan de skeletdelen
hersen-helft zijn zonder weder-
teveel met of van mezelf bezig
uit mijn longen te schreeuwen
ademnood met zoveel lucht
om nog meer in te nemen
vreemd gewaarworden ik
beter naast zijn schoenen
dan er telkens in te lopen
schikt maar meer ook niet

In slaap gesust

in slaap gesust
niet veel te dromen
om het lijf
meer met minder

gewoontegetrouw
langzamerhand

wat vol geschoten
langer woorden
korter drang

steeds vaker
wat vastgelegd



wat water bij de wijn
schenkt ontkleurd
een beeld dat scheelt

scherp gekante bladeren
met wat tegenlicht

9.11.09

Gesponnen

Als kind al at ik suikerspinnen
tot ik in de gaten van kiezen

kreeg hoe de wereld
in elkaar stak

pijnlijk tot besef kwam alles -leek-
toch maneschijn
dat was ik toen onbevangen
voor niets te strikken voor
alles onbekwaam geacht

garen bleek zowel door
spinnen als wel
met halve van doen

te hebben hield ik het
voor gezien achter
maakte mezelf wijs

hoe goed gevuld te kiezen
er altijd wel een tandarts is

ik al jaren geen zoet beroer
anders dan in halfbakken zinnen

uitgesproken ben ik

-daar dan ook in-

In het voorbijgaan


overlopend van vragen
of de afslag is behaald
iedere halm aangrijpen
om te achterhalen

telkens weer bomen
dwalend in het bos
inzien staan

een indruk achter gelaten
kwam ik laatst weer op het spoor
dat alles al gepasseerd was
eerder nog dan achterhaald

Hier ligt iets aan ten grondslag



Nergens meer thuis
dan in mezelf
de weg kwijt
met langzaam
een tijd terug
geven naar wat
het toebehoort
zichzelf beluisterend
deze schitterende
staar hierin
stopt wel gepast

4.11.09

Enig in zijn soort


De zwarte kraaloog valt me op. Eenzijdig
op mij gericht, omvat het dit hele
wereldbeeld. In een handomdraai

m'n werk verricht. Verweet ik mijn kortzichtige
blik, zo toegespitst op deze aarde. Waaronder
ik, mezelf ook herken, bedolven onder vele

vragen. Die resten als fragmenten over deze
plek, zijn mij gebleken eindigheden.

Een lot beschikt dat zo onomkeerbaar
begraven wordt. Na levenslang aan mij
verknocht. Verwant, in zacht gezang

van wind en regen, mijn afscheid bleek
van dit bestaan. Verscholen vervloog
gelijk de winterkoning uit het oog

verloren.

2.11.09

Voor - bestemd

Voor mij waait een kale kruin
in het gelid een rijtje halmen

een schrale troost overgebleven
knollen de dosmachine overleeft

geen puntmakende overschotten
dienen voor het boerengerief

die voor lief nemen is een doel
waarop de verloren hoop gevestigd

mageren in spaarzaam licht ligt
in het verschiet tot aanlengen

is de man die alles recht tot levens-
paden beslecht vol van harde feiten.

1.11.09

Het nodeloos

Soms kroop hij in mijn huid
ging naast mij zitten
dacht als ik begripsbepalend
hield wijselijk zijn mond
vergewissen bood een uitkomst
maar geen uitzicht op meer
anderen die hem vergezelden
zij die daar een gat in zagen
zijn de hemel in gedragen
terwijl hij mij in de gaten hield

Reiziger

teken voor mij een ander vanaf een punt indachtig
nadert hij steeds vaker het vertrek waaruit omarmt
niemand stilstaat bij het einde dat dichter bij raakt

uitgeteld bewaarheid nog een lichaam dat zwicht
voor talloze voortvluchtigen die er een begin inzien