De man die geen woord meer uit kan brengen
stal ze troostrijk van mijn lippen
zijn mond halfopen hol
van binnen duisternis
begroef mijn oog daarin
nietszeggendheid kreeg
diepere betekenis in die zin
onuitsprekelijk
heb ik zijn taal mij aangewend
waarin hij bedolven werd
uit de werkelijkheid ontvreemd
heel aangegrepen verstomden
wij twee hij die mij
ooit had verwekt
ik die hem
nooit heb gekend
wie was die man
die voor mij lag
die uit mijn leven trad
zonder zeker weten ontstal
al hielden wij ook vast van elkaar
zonder het ooit vast te kunnen houden.
dit is stil gezet; ik was wat uitgesproken.