In witte weelde van het leven
pal voor de dood herrijs je
uit een boze droom met weinig
meer om voor te geven dan een pil
of twee in toom te houden kamers
onwaarschijnlijk teer weefsel
waar het van klopt in de bewering
daar aan een zijde draad teveel
bungelt om los van te geraken.
is er geen tijd om te verliesen
't klopt groen verlept van licht
ontstolen haast terwijl de hielen
gelicht alles doorraast zonder
stoppen
dit is stil gezet; ik was wat uitgesproken.