er valt zoveel in te halen
met wie achter is gelaten
ik ken mensen die de doden
laten leven en laven aan hun geest
zij die beschonken of stomdronken
hunkeren naar een verleden
dat er nooit is geweest dan in liedjes
uitgeklede grietjes jongensdromen
van weleer en ongemak te missen
daar ook is de stereoscoop tweeledig
weelderig aanwezig in de verbeelding
het weten vecht tegen het geweten
het wissen sist met het gewist
bestaansrecht voor de doden van hun tijd
rust ledig in de graven beneden peil
laat de doden zichzelf begraven
zij zijn een egoïsme in een gedachtekronkel
een gemiste kans in ontluikend landschap
dat dagen door de mist in eens een teken
van driedimensionaal leven geeft
een teveel biedt hierin uitvluchten
om los te komen van de stereo
dit is stil gezet; ik was wat uitgesproken.