het basalt telt golven bij het wegzetten
van het water aan de kant ergens meeuwen
maar meer ook niet dan naijlen
want wegsterven is een mooie geluid
in het voorbij gaan
het gezichtseinder
onheilspellend nabij
wat scheep ging
een man werd aangereden
met in zijn gedachte
een fraaie dichtregel
die nooit meer is uit gekomen
alles rust nu besloten in een ogenblik
dit is stil gezet; ik was wat uitgesproken.