dit is stil gezet; ik was wat uitgesproken.

7.4.08

Het verongelijk

de weerslachtoffers zijn gevallen
geveld in ongelijk of erger nog tot lijk
op het oog verblekend ongelijk

de spechten talmden er nog bij
als klokken klonken zij met kloppen
door het voorjaarseikenhout
met geluiden waaruit de toon viel

op te maken viel het
open en bloot
dood gewoon

zijn gelijk bediende voor't vertoeven
nog even ongemakkelijk
de man hakte om die reden
een knoop door waarop hij
verongelijkt neer ziet