dit is stil gezet; ik was wat uitgesproken.

15.2.08

Levensloop

De schrijver aan de waterkant
trok sporen rond geworpen

indrukken waar hij zich bevond
uitdovend slechts voor zienden

die hoorden aan dit neigend vlak
waarop de tijd verstrijkt tot rimpel

ijlings wijkt voor al het fijne
dat zichzelf zwijgend verlegd

want wat dooft is vervagend
tot herinnering een cirkel

(weerlegd zich spiegelend aan water)