dit is stil gezet; ik was wat uitgesproken.

2.2.10

de glansrol

Nu godshoop stinkend op de grote hoop rottend bij gezet wordt met de glansrol van de doden die lijken op het weke vlees waar geen been meer in te zien valt dat loslaat van de lijdende lijfelijkheid staat hulpverlenend hehoeftig bevend met watervrees de teen stekend in ijskoude zee waar zout aan kleeft spuitend uit de traanbuis