vier uit de voeter gesneld
hield alles bij met vluggeraf
zijn voor de stokken uit
zonder trappers fietsen
kon zij aan zij zij ook
stilstaan opgetogen hijgen
een tong uitstekend
laten zijn kon zij
oren die naar de hemel
stonden opgelucht te horen
spelden vallen blaffend door
iedere schel met meer gegrom
territoriumdom besprongen
op de koop toe bastaardhond
kerngezond afgedropen lafferbeest
haar ziel uit het asiel gekocht
zelden meer plezier in gooien
dan gehad met bal en stok
domweg gelukkig het vrije veld gunt
gesneld uitgeschreeuwd en afgelopen
wat je al niet met de dood kunt
bekopen en achter je aan blijft lopen
dit is stil gezet; ik was wat uitgesproken.