Zij languit gesterkt
maagdelijk wit voor mij
uitgespreid onbezonnen
tapijt glansende huid
mijn sporen toelaat
die ik ondoordacht
wadend achterlaat
beroert zij mij
als het morgen wordt
bespeelt het licht
haar lichaam zijdezacht
bedekt in stralend
vergezicht dat uitzichtloos
verdiept geen schaduw duldt
als het morgenlicht haar bedekt
trekt zij aan mij voorbij
waarbij ik stilstaand
tot druppel in haar schoot
ingraaf gesmolten tot diepte
punt kristalhelder
onverklaarbaar water.
dit is stil gezet; ik was wat uitgesproken.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten