Ik mis nog steeds bij ieder geval
de uitgestrekte poot tijdens het versnellen
het zitten bij het vaart minderen de geur uit het landschap met aandacht opgesnoven
de ogen die luisterden naar het trekken van m'n gelaat
het bewust weten wanneer de omkering naar huis toegaat
nooit eens zoekraken waar de oorsprong van de wandeling aanvangt
nooit uit het oog verliezen met wie ze gaat
altijd feilloos in staat het vertrekpunt op te sporen
enorm de oren spitsen omwille van de kleinste toonaard in de lettergreep angstig begrijpen
opdat vloeken met fluisteren gepaard om woede gaat
zelfs met honderdduizend namen weet heeft dat het op haar slaat
maar nu eindeloos stil op de kruin naar het einde staart ik haar daar zelfs niet kan vinden
zo spoorloos is zij
zo ongehoord vertrokken
zo nooit meer omzien
waar ik ook ga
Wandelen is nooit zo doelloos in staat geweest mij aangelijnd alleen in gedachten te laten
Met haar ben ik voorgoed de weg kwijt -
Geraakt.
dit is stil gezet; ik was wat uitgesproken.