dit is stil gezet; ik was wat uitgesproken.

17.2.09

Aasgieren bij bosjes door de lucht

Bij bosjes hangen ze in de bomen,
ontwakend uit hun zwarte vederpracht
een kleur die nauwelijks te vergeten

valt met wat ze laten horen
ogenschijnlijk de onrust prekend
dwalen ze door het schemer
eenvoudig of gepaard

maken m'n vogelhuizen onveilig
halen vetbollen uit elkaar

de krijskuikens haten hun aanwezigheid
maar profiteren van hun onverzettelijk gedrag
met overal kwistig voer strooien

wat ze achterlaten
zonder kauwen zou het bestaan
schraal ontdaan van iedere zin
het leven in dit jaargetijde
onmogelijk maken met de indrukken

die zij bij het open en sluiten van de dag
achterlaten op het oog van winterbeelden