Groningen ontwaakt uit haar voegen
strekt zich steeds sterker uit
in krimpscheuren in een niet
verafgelegen buitengebied
waar zij het niet laat afweten
Aldaar in alle rust verzet
jaarlijks goed geschoren
zich nog slechts één meidoorn
zet zich vierkant in tegen het ontwikkelen
van de ontwrichting gelijk een mijlpaal
op zeven komt men hem tegen
als een zere vinger aan de pols
het klopt dit land gaat zich steeds verder
te buiten waar het zich aftekend
en de rust wordt afgelegd
gelijktijdig met de ochtendnevel
haar uitgestrekte streken komen
steeds vaker minder voor
afgelegen als iets tegennatuurlijks
verstoord omwille van wat welvaart
Groningen je authentieke hartop de grasberg klopt ziekdoor de vooruitgang tegenwil en dank in de overstroomgebiedenvan waaruit rondom het nietstegen de kim je haar kunstgebitziet uitgebeten verstedelijkt geweld