dit is stil gezet; ik was wat uitgesproken.

30.6.08

Hersen



Er heerst iets
dat je nauwelijks kunt uitspreken
uit angst dat het gaat verwoorden

vogelvrij geluid gaat tonen
en onderhuids wegvlucht

zo nagelvast wil blijven leven
slechts als een hersenschim kan leven

12.6.08

Blaaskaken

Er is niets over om naar huis te schrijven
geen gebeurtenis valt nu nog
samen met nog wat aan de hand
van de voorspelling
is de verspening de werkelijkheid
een stukje uitzicht van een landerij
als schilderij aan de wand

















diafragma

uitzicht genoeg al is het maar door een piepklein raampje
is het toch nog een wijds gebaar
ja je kunt hier uitzicht zitten
alsof je door een oogopslag
vernauwd door tegenlicht
angstvallig klein
de hele wereld beziet
door andere ogen
waar het licht de show steelt
als omvang rijk
een plaats om bij te horen

(luister maar)

9.6.08

Steen

hier zijn miljoenen jaren over heen gegaan

dan bezie ik de vergankelijkheid
van bijvoorbeeld bloeiend gras

en bedenk mij

(ja, die schoonheid is op dezelfde wijze ontstaan)

5.6.08

geboeid

ik raakte wat gefascineerd
in iets onooglijks klein

De eigen schuld

Het is er van gekomen
het zal ook wel weer gaan
als in de stoutste dromen
gewooon terug van waar vandaan

3.6.08

Er valt hier nog zoveel af te zien met nalaten

Groningen ontwaakt uit haar voegen
strekt zich steeds sterker uit
in krimpscheuren in een niet
verafgelegen buitengebied
waar zij het niet laat afweten

Aldaar in alle rust verzet
jaarlijks goed geschoren
zich nog slechts één meidoorn
zet zich vierkant in tegen het ontwikkelen
van de ontwrichting gelijk een mijlpaal
op zeven komt men hem tegen
als een zere vinger aan de pols

het klopt dit land gaat zich steeds verder
te buiten waar het zich aftekend
en de rust wordt afgelegd
gelijktijdig met de ochtendnevel

haar uitgestrekte streken komen
steeds vaker minder voor
afgelegen als iets tegennatuurlijks
verstoord omwille van wat welvaart

Groningen je authentieke hart
op de grasberg klopt ziek
door de vooruitgang tegen
wil en dank in de overstroomgebieden
van waaruit rondom het niets
tegen de kim je haar kunstgebit
ziet uitgebeten verstedelijkt geweld

1.6.08

Geen weet wat tijd inhoudt

een huisvol
aandacht in een kastje
waarin iedereen
zijn concentratie uithaalt

het versteende tijdperk
leert al geheel verglaasd
dat het eigen strakke keurslijf
met tegenwoordigheid
van geest naar deze werkelijkheid
waarmee de stomheid wordt geslagen
vorm geeft en inhoud heeft

het echte hout bladert
steeds verder af
en wordt vervangen
door de synthese
dat stof nu eenmaal
vergaat een laag
waar zelfs de huid
als huis niet veilig is
als onderkomen

(ik bedenk mij nu
dat er belasting
geheven moet worden
op iedere klinker die het groen wegneemt
een ecotaxatie als maat van leven)

De noordzijde

ik sta hier versteld op de zuidas
waar alles omdraait
omhoog geschoten niets
heeft zijn keerzijde hier
verloren
het verticaal bewegen
zijn zerken te hoog
als onderkomen doorgeschoten
ik herinner mij een noordzijde
vanwaar uit alles groener leek
maar dat is te lang geleden
en geldt niet meer