men verspreekt zich voor een wijl
een klein moment dat mij omgeeft
ik mis de tijd daarin die weggezet
de wijzers bij de benen neemt
nu de tijd weer ingehaald die ver
vooruit gesneld weer achterhaald
was geschreden wat op mijn pad lag
leg ik me neer met wat mij omgeeft
dit is stil gezet; ik was wat uitgesproken.