Hij schreef zijn pennenvruchten stuk voor stuk
uit ooft bleek ook zoveel troost zijn gedachtengoed
tot moes ook na de wintervorst het rot te rijp
met alles van 't verharde slijk tot spekglad
hoe verbazingwekkend lot toch langzaam op de bek
zijn bloemgelezen vlees hem na gedragen werd
de geest zat in de fles en hij had er 'n halszaak bij
dit is stil gezet; ik was wat uitgesproken.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten