dit is stil gezet; ik was wat uitgesproken.

13.5.06

Pootgoed



De levenslust hangt er gebroken bij
het spookt in lichten en in 't verse
waar tot dor en droogte het verkreukt

zo zonnebeeldig schaduwdicht
zwart een zucht en vederlicht
dwaalt het stoffig
wereldwonder het bospad af
het speelt nog wat met zingeven
sporadisch opgetrokken
groene schijn van weelderige bladerdek

hier breekt het door en verdeelt het zich
de samenhang van wat men ziet
het huis van lust tot weerbast weer omgeven
een zucht een deining en een ruisend lied

de wind beweegt en
stilstaand taant de tijd
tot vuurvlam rood de strooisellaag voor laag
de bodem weer verlaat
vertraagt de smullende onzin daarin tot stof
wat weer tot as vergaat

en zwijgend trekt de grijze rookzuil
aandachtig zijn sporen door het land

10.5.06

In één ommezien:verwonder! jeje


het is verbijstering in één oogopslag
een breukvlak met brekingsindex nul
recht door zee getrokken golft het nog
nader tot de essentie dringt het door

hoor het kabbelen van de jood
bruin en walmend toen uit de stopfles

zie het arabiers van gom voorzien
het is onleesbaar zo het hoort


meer nog dringt het door
het vlees dit is het woord
een scheppingsdrang voor wie
hoort en verstaat het wrang


ik verklein daar met de dag
tot je zet je in verzetje tot ik jeje

verminiatuur bij het leven ingedikt
tot niets dan lijf en leden spijs ik je rijk.